Je zou er zó aan voorbijfietsen — ik heb het zelf ongetwijfeld tientallen keren gedaan. Toch schuilt er, net buiten de drukte van de Oudenaardsesteenweg in Erpe-Mere, een verrassende groene parel. Op een plek waar vroeger een schapenweide en hoogstamboomgaard lagen, hebben Rita en Richard met veel liefde en geduld een unieke tuin gecreëerd. Elk twee jaar ter gelegenheid van de Velt opentuindagen stellen ze hun Lindetuin open voor het publiek. Wie het houten poortje passeert, stapt een wereld binnen waar rust heerst, waar natuur in al haar vormen en kleuren de hoofdrol speelt, en waar zon en schaduw de tuin inkleuren als met een fijn penseel.
Heb je de Open Tuindagen gemist? Geen zorgen. In een boeiend gesprek met Rita en Richard nemen we je alsnog mee de tuin in.
Rita & Richard over wortels, verwondering en het ritme van de natuur
Het tuinontwerp is eclectisch maar toch verrassend harmonieus. Hoe slagen jullie erin om planten tot een boeiend en speels samenspel te bewegen?
Bij het aanleggen van de tuin zijn we eerst gaan kijken naar wat er al was. Welke bomen konden blijven? Hoe viel het licht? Hoe stroomde de ruimte? We wilden de bestaande elementen zoveel mogelijk behouden en van daaruit verder bouwen. In de plaatselijke bibliotheek vonden we een boekje over Feng Shui in de tuin, en dat vormde een belangrijke inspiratiebron – niet alleen voor de tuin, maar ook voor het huis. Energie stroomt nu eenmaal niet graag in rechte hoeken, dus kozen we resoluut voor golvende lijnen en een organische opbouw.
Onze droom was een natuurlijke tuin met alle lagen die je ook in een bos vindt: van mos en kruiden tot struiken en bomen. Wat je vandaag ziet, is het resultaat van jarenlang spelen met kleur, bladvormen, licht en schaduw. We laten de natuur ook bewust mee vormgeven: vogels en de wind verspreiden zaden, waardoor er overal spontaan akelei, vlier, meidoorn, hulst en rapunzelklokjes opduiken.
De tuin is voortdurend in beweging. Elk jaar verandert er wel iets. Sommige planten verdwijnen, andere komen vanzelf terug. Met de tijd hebben we steeds meer gras ingeruild voor borders, en sinds een viertal jaar ook voor moestuinperkjes die we geïntegreerd hebben in het gazon. Bij ons is gras nooit puur decoratief geweest: het is er om op te spelen, om paadjes te vormen tussen de verschillende tuindelen, en als rustpunt tussen al dat kleurengeweld.
Als je tuin een schilderij was, welke stijl zou het dan hebben?
Als onze tuin een schilderij was, dan zou hij ergens tussen het impressionisme en pointillisme zweven. Vooral ’s ochtends en ’s avonds, wanneer het gefilterde licht kleine lichtsprokkels op de planten strooit, lijkt alles te trillen van kleur. De levendige tinten, het spel van licht en schaduw – het voelt alsof je door een schilderij wandelt dat nooit helemaal af is.
Tussen bonen en bloesems
Hebben jullie een absolute lievelingsplant in de tuin?
Voor Richard is dat zonder twijfel de stekelbes. Niet de allermooiste plant, met z’n weerbarstige takken en prikkelende karakter – maar wát een smaak! Een beetje eigenwijs, een beetje een uitdaging.
Ikzelf val dan weer voor de charme van de akelei. Teder en licht, altijd verrassend in kleur en vorm, en nooit twee keer hetzelfde. Ze wiegt mee op de wind, fragiel maar vol karakter – een kleine danseres tussen het groen.
Zou je deze plant aanraden aan beginnende tuiniers?
Ja, er kan weinig mee misgaan, de plant zaait zichzelf ook uit, jaar na jaar, zonder te woekeren.
Is je tuin er vooral om van te genieten, of ook om van te eten. Wandelen we hier met andere woorden vooral tussen de bloemen of ook tussen de bonen?
Beiden. Voor ons “is” tuinieren 99 % pure beleving, ook als dit gepaard gaat met puffen en zweten, wroeten in de aarde of het aanbrengen van stro om de bodem te beschermen. Zelfs het sleuren met gieters tijdens een droge periode hoort erbij. Want niets geeft zoveel voldoening als een onooglijk zaadje in de grond stoppen en daar later boontjes, koolrabi of worteltjes uit zien opkomen.
Die andere 1%? Dat is het vloeken als de groentjes plots verdwenen zijn omdat de échte fijnproevers – slakken, vogels, muizen – ons te snel af waren. Maar goed, dat is de natuur: je leert al snel dat de tuinier mag plannen, maar de natuur beslist. En soms verrast ze ons dan met iets wonderlijks – een rups van de koninginnepage, of een verdwaalde egel onder het struikgewas.
We dwalen even graag tussen de bonen als tussen de bloemen. Op zoek naar bijen, vlinders, zweefvliegen, vogels… Het is een soort stille magie, maar je moet er oog voor willen hebben.
Veel mensen zien in een tuin vooral werk. Ze dromen van controle en perfectie vanuit hun luie zetel – maar dat is een illusie. In een tuin als de onze hoef je niet voortdurend aan de slag, maar ben je wel een soort dirigent… of schilder. Want de natuur is chaos. Tuinieren is voor ons: geordende chaos.
Natuurlijk vraagt een tuin – zeker een moestuin – inzet. Doe je niets, dan neemt de wilde natuur het over. Maar wie mee wil bewegen met het ritme van de seizoenen, vindt in tuinieren ook rust, ruimte, adem. Het hoofd leeg, de blik op oneindig.
Voor ons voelt het elke dag een beetje als vakantie, gewoon in eigen tuin.
Natuurlijk tuinieren is leren loslaten
Wat betekent ‘natuurlijk tuinieren’ voor jullie in het licht van de klimatologische extremen?
Voor ons betekent natuurlijk tuinieren: de natuur de ruimte geven. Dat begint bij observeren – kijken waar planten zich thuis voelen, en dan proberen: de juiste plant op de juiste plek. Soms kiezen wij de plek, maar vaak kiest de plant zelf.
We zorgen ervoor dat de bodem altijd bedekt is. Met levend groen, zoals bodembedekkers, of met mulch – bijvoorbeeld houtsnippers van onze eigen knotbomen, of stro in de moestuin. Zo beperken we verdamping op hete dagen en houden we het bodemleven actief.
In de moestuin brengen we elk jaar compost van eigen makelij aan. Intussen hebben we een humusrijke bodem die als een spons werkt: hij houdt water veel beter vast en zit vol leven. En leven trekt nieuw leven aan – van micro-organismen tot insecten en vogels.
Natuurlijk tuinieren is voor ons ook tuinieren mét de natuur. Dus werken we met gelaagdheid: verschillende plantzones, van moslaag tot boomkruin, van zonnige hoek tot schaduwrijk plekje. Elke tuin verdient minstens één boom – liefst een streekeigen soort die bloesems biedt aan de bijen en bessen aan de vogels. Wel belangrijk: kies een boom op maat van je tuin. Te vaak sneuvelt hij na tien jaar omdat hij ‘te groot’ blijkt. En dan was al dat potentieel voor niets.
Heb je weinig ruimte of veel wind? Dan zijn wilde hagen een prachtig alternatief. In onze tuin hebben stormen al meerdere hoogstambomen geveld. Daarom kiezen we nu vaker voor halfstammen, in de hoop op meer weerbaarheid.
Natuurlijk tuinieren betekent ook: geen pesticiden. In plaats daarvan gebruiken we lavameel, plantenextracten en zorgen we voor afwisseling tussen bloemen, kruiden en groenten. Dat misleidt plaagsoorten en lokt hun natuurlijke vijanden.
Tot slot is natuurlijk tuinieren voor ons ook kringlooptuinieren: al het organisch materiaal krijgt een tweede leven als mulch of compost. En water? Dat vangen we op in regenputten en reservoirs verspreid over de tuin. Want in tijden van droogte telt elke druppel.
Heb je een gouden tip die je met elke tuinliefhebber zou willen delen?
Rita: Plant een boom. Er gaat niets boven het zachte gezoem van bijen in de lente, het verkoelende schaduwplekje op een hete zomerdag, het plukken van verse vruchten én in de herfst vanuit je raam genieten van het warme kleurenpalet dat je tuin transformeert. Een boom brengt zoveel leven en rust samen.
Richard: Laat de teugels soms wat vieren. Geef de natuur ruimte om zichzelf te laten zien, laat planten zich eerst verspreiden en groeien, en breng dan pas je eigen persoonlijke touch aan. De mooiste verrassingen ontstaan wanneer je een beetje loslaat.