Familie: Ranonkelfamilie (Ranunculaceae)
Herkomst: Gematigde gebieden van het noordelijk halfrond (Europa, Azië, Noord-Amerika)
Bloeitijd: Mei tot juli
De naam akelei is afgeleid van het Latijnse aquila, wat “adelaar” betekent. Deze naam verwijst naar de vorm van de bloemblaadjes, waarvan de lange nectarsporen doen denken aan adelaarsklauwen. Die sporen zijn niet alleen sierlijk, maar ook functioneel: ze bevatten nectar die alleen bereikbaar is voor insecten met een lange tong, zoals hommels en vlinders. Hierdoor is de akelei een mooi voorbeeld van co-evolutie tussen plant en bestuiver.
In oude volksverhalen had de akelei ook een symbolische betekenis. Zo werd de plant geassocieerd met verliefdheid of verleiding, en in Engeland stond ze soms zelfs symbool voor lichtzinnigheid of losbandigheid.
Akelei is bovendien een makkelijke tuinplant. Ze is redelijk droogtebestendig en heeft slechts water nodig bij langdurige droogte of vlak na het aanplanten. Een ander voordeel: akelei is een van de vaste planten die meestal met rust wordt gelaten door slakken, wat haar extra geschikt maakt voor slakgevoelige tuinen.
Heb je meerdere soorten of kleuren akelei in je tuin, dan kun je na een paar jaar verrast worden door spontane kruisingen. Deze zaailingen kunnen compleet nieuwe kleurcombinaties en bloemvormen vertonen, waardoor er elk jaar unieke, “nieuwe” akeleien in je tuin verschijnen.
-
Hoogte: 30 – 90 cm
-
Standplaats: Halfschaduw tot zon
-
Grondsoort: Goed doorlatende, humusrijke grond
-
Winterhard: Ja
- Insectenlokker: Ja, aantrekkelijk voor bijen, hommels en vlinders
De akelei is geliefd bij kunstenaars, schrijvers en tuinontwerpers die haar subtiele schoonheid en rijke symboliek wisten te waarderen. Rond 1900 werd de akelei populair als motief in sierkunst en illustratie, vooral binnen de Art Nouveau. Dankzij haar sierlijke, gebogen vormen en asymmetrische bloemstructuur paste ze perfect in de stijl van die tijd. Kunstenaars als Margaret M. Mackintosh en haar man Charles gebruikten bloemmotieven, waaronder de akelei, als inspiratiebron voor hun decoratieve werk.
De aantrekkingskracht van de akelei zit niet in uitbundigheid, maar in verfijning. Ze is een bloem die zich niet opdringt, maar die een stille, elegante aanwezigheid heeft die steeds opnieuw weet te inspireren.